Word jij liever ziek in het ene land dan in het andere?
Wat een vraag: als je medische zorgen nodig hebt, ben je bezig met wát je hebt. Niet wáár je het hebt. En toch: van zodra de dokter zijn rekening maakt, speelt het wel degelijk een grote rol in welk land je op dat moment bent. Want als het op ziekteverzekering en sociale zekerheid aankomt, geeft elk land zijn eigen unieke draai aan het systeem. Dat heeft dan weer alles te maken met een vleugje geschiedenis, een snufje politiek en een flinke dosis nationale eigenaardigheden.
De eerste vakbonden
Het verhaal van sociale zekerheid en ziekteverzekeringen begint in de late 19de en vroege 20ste eeuw, wanneer in Duitsland (en de rest van Europa) de vakbonden beginnen op te komen. Ze bieden hun leden verzekeringen aan voor ziekte, arbeidsongeschiktheid en weduwenpensioenen. Een topidee! Alleen: de Duitse kanselier Otto von Bismarck ziet de groeiende invloed van de vakbonden niet zo graag gebeuren. En dus beslist hij deze verzekeringen te nationaliseren en zo ‘die Macht der Gewerkschaften’ in te perken. Het eerste socialezekerheidssysteem is geboren. Tijdens de twee wereldoorlogen exporteert Duitsland dit model naar buurlanden, met uitzondering van Polen en Denemarken. België omarmt het systeem al na WOI, Nederland pas na WOII.
Rond dezelfde tijd heeft Lord Beveridge, een vertrouweling van Churchill, een gelijkaardig idee voor het Verenigd Koninkrijk: een nationaal socialezekerheidssysteem met gratis medische zorg voor elke Brit, mogelijk gemaakt door staatsdokters en overheidsziekenhuizen. Hoewel Churchill het idee niet uitvoert, wordt het na de oorlog door de Labourpartij overgenomen en in heel Europa aangenomen. Behalve natuurlijk… in de landen die al in het Duitse systeem zijn meegestapt.
Horizontaal vs. verticaal…
Lang verhaal kort: als we nu wereldwijd naar de verschillende socialezekerheidssystemen kijken, kunnen we ze nog altijd in twee categorieën verdelen: het horizontale en het verticale systeem. Doet je dat denken aan een kruiswoordpuzzel? Het lijkt er jammer genoeg ook wat op.
Het horizontale systeem is te vinden in landen met een sterk socialezekerheidssysteem. De overheid biedt een basisniveau van dekking voor ziektekosten en andere sociale uitkeringen (cfr. het Duitse systeem), maar betaalt niet álles terug. Zo blijft er een deel van de kosten over dat kan worden aangevuld door private verzekeraars. Met andere woorden: burgers (en hun werkgevers) betalen sociale bijdragen én hebben de mogelijkheid om via een aanvullende private verzekering gaten in de dekking op te vullen.
Aan de andere kant hebben we het verticale systeem, waarbij de staat alle kosten rechtstreeks draagt (cfr. het Britse systeem). In dit systeem hoeft de patiënt niets uit eigen zak te betalen voor medische zorg. Maar de kwaliteit van de zorg én de wachttijden variëren en zijn soms ‘minder optimaal’. Mensen kunnen er in dit systeem voor kiezen om naar privéartsen te gaan. Ze moeten de rekening dan wel volledig uit eigen zak betalen, of een beroep doen op een private verzekering, die bij gebrek aan overheidsdekking meestal een pak duurder uitvalt dan in het horizontale systeem.
... of allebei
Nederland is in heel dit verhaal een opvallende uitzondering. Sinds 2014 werkt de publieke ziekteverzekering er via private verzekeringsmaatschappijen, vergelijkbaar met de arbeidsongevallenverzekering in België. Nederlanders kunnen kiezen tussen een verticaal systeem (een naturapolis, waar zorg in natura wordt geboden en gratis is) of een horizontaal systeem (een restitutiepolis, waar kosten worden terugbetaald). Nederland heeft dus beide systemen gecombineerd om zijn burgers keuzevrijheid te bieden.
De oplossing voor jou als reiziger? Pas je aan als een kameleon.
Je hebt het al begrepen: reizen tussen verschillende landen is ook reizen tussen verschillende verzekeringssystemen. Begin er maar aan! Want wat als je vandaag als expat in een land verblijft met een horizontaal systeem, en morgen in een land met een verticaal systeem? Dat maakt meteen een wereld van verschil in termen van zorg en financiële gemoedsrust.
Een expatverzekering is een oplossing: dit soort polis werd ontwikkeld door grote Amerikaanse verzekeringsmaatschappijen, waarna de Europese verzekeraars al snel volgden. Het principe: een verzekering die alle kosten dekt vanaf de eerste euro. Klinkt goed? Hou je vast: in landen met een horizontaal systeem betaal je eigenlijk dubbel: je betaalt sociale bijdragen én je hebt een private expatverzekering!
Enter Expat & Co: als specialist in het verzekeren van wereldburgers bieden we met ons Kameleon-systeem een unieke oplossing aan, die zich aanpast aan het land waarin jij je bevindt. Vrij vertaald: je geniet van volledige dekking waar het moet, en van aanvullende dekking waar het kan. En het beste van al: dankzij het slimme Kameleonprincipe past je verzekeringsplan zich aan telkens je naar een ander land verhuist. Zonder gedoe, zonder dubbel te betalen én zonder nieuwe medische screening.
Op die manier moet je ook geen nieuwe polis zoeken, telkens je van land verandert. Met de polis van Expat & Co kan je in elk land terecht. Voor een expat is het een hele geruststelling dat je je polis je leven lang kan meenemen en niet elke keer opnieuw die gezondheidskeuring dient te ondergaan. Naarmate je ouder wordt, hebben we zo allemaal onze kwaaltjes, en die heb je liever gedekt - in plaats van afgewezen.
Meer info over de ziekteverzekeringen van Expat & Co vind je op www.expatinsurance.eu.