Voor de liefde naar Letland
Het is een klassieke vraag op Vlaamse quizavonden: “Noem de drie Baltische staten”. Bonuspunten voor wie ook de hoofdsteden kent. Het juiste antwoord? Estland, Letland en Litouwen. Ze behoorden vroeger tot de Sovjet-Unie, maar zijn nu volwaardige democratieën en lid van de Europese Unie. In de Letse hoofdstad Riga (bonuspunt!) woont al meer dan een decennium de Vlaming Manten Devriendt. Mensen immigreren om de meest uiteenlopende redenen, maar het was de liefde die Manten naar Letland bracht.
“In 2005 was ik op Erasmusuitwisseling in Griekenland en daar ontmoette ik een meisje uit Letland, mijn toekomstige vrouw dus. In het begin van onze relatie hebben we nog even in Brussel en Nederland gewoond, maar na een tijdje besloten we om samen naar Letland te trekken. Dat was in 2006.”
Voor zijn vrouw was naar huis terugkeren een natuurlijke evolutie, zegt Manten, dat zit ingebakken bij de Letten, maar hijzelf verhuisde naar een totaal onbekend land: “Ik was nog nooit in Letland geweest en mijn kennis beperkte zich tot wat ik op de schoolbanken had geleerd. Dat maakte het tegelijkertijd spannend en uitdagend. Tijdens mijn eerste twee jaar in Letland maakte dat land een periode van forse groei door. Maar in 2008 kelderde de economie en werden de lonen gehalveerd, maar de Letten klaagden niet. Ze hebben niet de gewoonte om te staken en zijn gehard door de geschiedenis. Tussen 1991 en 2008 hebben ze maar liefst vier munten meegemaakt.”
De eerste jaren werkte Manten in loondienst, maar na een tijdje richtte hij samen met zijn vrouw een eigen architectenbureau op. Zijn integratie verliep erg vlot: “De familie van mijn vrouw heeft me heel goed opgevangen. Snel de taal leren heeft me ook veel geholpen. Letten zijn notoire moppentappers en die grappen worden altijd in de lokale taal verteld, dus dat gaat allemaal aan je voorbij als je de taal niet spreekt. Hetzelfde geldt in Vlaanderen. Je mist toch heel wat van het familieleven zonder kennis van de taal. Lets is wel geen makkelijke taal. Er is geen band met bestaande talen en het is rechtstreeks verbonden met de Indo-Europese oertaal.”
Letland kende een bewogen geschiedenis. Pas in 1991 kon het zich los scheuren van de USSR en in 1995 werd Letland lid van de Europese Unie. Tot 2000 kende het een erg woelig periode met veel economische problemen. Die Russische invloed merk je nog altijd, zegt Manten: “50 jaar bezetting doet veel met een land. Je ziet het nog altijd in de armoede waar je dagelijks mee wordt geconfronteerd. De angst voor een nieuwe bezetting zit er nog altijd in. De mensen hier hebben het meegemaakt, de rest van de wereld niet. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn visie over Oost en West wel veranderd is. Communisme is echt wel een schrik. Het bulkt hier van de schrijnende verhalen van families die uiteen gerukt werden. Mensen kregen geen kansen en moest alles afgeven. De ouders van mijn vrouw mochten niet zeggen wat ze wilden, ze kregen een woning toegewezen, ze konden zelf niet kiezen. In de winkel was er evenmin keuze, ook al hadden ze het geld om spullen te kopen. Naar het buitenland gaan was helemaal uit den boze. Dat je ieder moment van de straat kon geplukt worden en vermoord worden, dat zijn dingen die we ons niet kunnen inbeelden.”
“De Letten lijken wel wat op de Vlamingen”, gaat Manten verder. “Ze zijn trots met recht en rede, maar ook bescheiden. Er bestaat in Letland wat ik ‘gezond nationalisme’ zou noemen. Een grote groep mensen wil dat Letland weer groots wordt, zoals het was voor de bezetting. Maar dat ligt moeilijk, want het wordt niet door iedereen begrepen. Nationalisme is vaak een gevaarlijk ding, maar anderzijds kan je best trots zijn op je taal en je cultuur. Die tweespalt zie je ook in Letland, je hebt mensen die te trots zijn en anderen uitsluiten maar anderzijds was dat nationalisme ook een manier om zich af te zetten tegen de Russische bezetter.”
Ondertussen mag Manten zich al 13 jaar inwoner van Letland noemen. Met zijn vrouw en drie kinderen woont hij pal in het centrum van de hoofdstad Riga, een zeer uitgestrekte en groene stad van om en bij een miljoen inwoners. “Twee derde van de mensen woont nog altijd in grote woonblokken uit de Sovjettijd. Ongeveer de helft van de bevolking in de stad is Russisch, of tenminste toch met Russische roots. Als een Let en een Rus elkaar ontmoeten, dan spreekt de Rus Russisch en de Let Lets. Voor mij is dat best vervelend omdat ik enkel Lets spreek.”
De band met België is er nog altijd, ook bij zijn kinderen, benadrukt Manten: “Ik werk bijvoorbeeld samen met de universiteit van Gent en ga geregeld terug. Met mijn kinderen spreek ik steevast Nederlands, dus in principe zouden ze tweetalig moeten zijn. De oudste twee spreken het in elk geval heel vlot en als we naar België gaan, wordt er ook alleen maar Nederlands gesproken.
Beluister de podcast