Twintigers - Je bent jong en je wilt wat
“Life is dynamite, Dyn-na-na-na, na-na-na-na-na, na-na-na, life is dynamite. Shinin’ through the city with a little funk and soul. So I’ma light it up like dynamite”
Een actiefilm moet met een ontploffing openen en pas dan kunnen manoeuvres beginnen. Zo herinnert de twintiger die ik ooit was een regel uit zijn cursus scenarioschrijven. Blijkbaar wist de Zuid-Koreaanse popgroep BTS voor ze splitten dat ook, vandaar het openingscitaat: “Life is dynamite”.
Dat het avondjournaal ook altijd opent met bombardementen, terreuraanslagen en aanverwante miserie, is van een andere orde. Mijn generatiegenoot, de Canadese psycholoog en schrijver Steven Pinker, stelt dat er vandaag minder geweld is dan ooit voorheen. Vindt u dat wij, Boomers, plankjes zagen, dan mogen de Zoomers onder jullie dat aan de jonge Vlaamse wetenschapsfilosoof en schrijver Maarten Boudry vragen. Volgens hem was het nooit beter om op de wereld te komen dan vandaag, ‘and you ain’t seen nothing yet!’
Ik ga hier geen boompje opzetten over het vooruitgangsdenken. Tegenstanders vinden overigens dat we dat beter wel zouden doen, meer bomen planten bijvoorbeeld, of anders gaan leven, om nog een uitdrukking uit mijn tijd te gebruiken.
Tegenwoordig kom je geregeld het nieuwe woord ‘solastalgie’ tegen. Gelanceerd door de Australische klimaatfilosoof Glenn Albrecht in 2005, stond de samentrekking van soelaas/troost en nostalgie onlangs zelfs in wat ooit een Vlaamse kwaliteitskrant was.
Veel ruimer dan de pijn die de zichtbare aantasting van ecosystemen veroorzaakt, is het de pijn van zijn thuis en zijn identiteit aangevallen te zien. Anders dan bij ‘nostalgie’ is het niet zozeer met spijt terugkijken naar een gelukkiger tijd vroeger of elders, maar het beleven van eenzame onthechtheid aan het nu.
Waarom mij dat zo aanspreekt, is hier van geen belang. Door de herkomst van het woord is het trouwens niet alleen de leeftijd die daar spreekt. Zelfs niet als leeftijd de optelsom van referentiepunten is. En die elkaar alsmaar sneller opvolgen. Maar mijn geest dwaalt af: we hadden het over twintigers. En die moeten hun referentiepunten zelf maar aanmaken.
We zullen erover lezen in de portretten en bijdragen van dit dossier. Daarin staat wat ze willen. En ze willen wel wat. Stel je voor dat we dat zouden moeten zoeken in wetenschappelijke studies over Zoomers, late Millennials of vroege Alpha’s? Die zeggen bijvoorbeeld dat die generatie godbetert een opvallende groei vertoont van… nostalgie, nostalgie naar een leven dat minder stressvol en eenvoudiger… leek.