Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Tabak plukken

Tabak plukken in Ontario met Jos Clijsters

Tussen 1966 en 1977 hebben meer dan vijfduizend jongens en meisjes, vooral uit Vlaanderen, met de steun van België in de Wereld (BIW) deelgenomen aan de tabaksoogst in Ontario, Canada. In 1975, bijvoorbeeld, waren we met 346, waarvan 306 Nederlands- en 40 Franstaligen, 322 jongens en 24 meisjes, 79 humaniora-studenten en 267 hogere studenten.

Jos ClijstersVaak voor ’t eerst namen ze afscheid van hun ouders ‘voor twee lange maanden’, staken met Sabena de Atlantische oceaan over, werkten zich uit de naad maar verdienden een mooie cent, en maakten kennis met Canada en een stukje Noord-Amerika.

Als initiatiereis heeft die werkvakantie het leven van alle deelnemers veranderd. Dat blijkt uit getuigenissen waarvan er velen ondertussen een baard hebben gekregen. Limburger Jos Clijsters (70) op de eerste plaats. Zeven keer heeft hij aan de tabakspluk deelgenomen, twee keer als plukker en, van 1973 tot 1977, vijf keer als stafmedewerker van BIW. In 1975 was ik er zelf ook bij; samen met mijn toenmalige reisgenoot Rudi Coninx heb ik Jos Clijsters onlangs, bijna een halve eeuw na onze kennismaking in Bree, nog eens opgezocht.

Jos Clijsters zat in de retorica van het Sint Michielscollege van Bree, toen zijn oom, EH Richard Clijsters, toenmalig directeur van het college in Lommel, hem vertelde over een organisatie die studenten naar Canada bracht om Vlaamse boeren bij hun tabakspluk te helpen. Hij schreef zich in en belandde in de zomer van 1970 bij tabaksboer Joe Ghijsen. Dat beviel hem zo dat hij het een jaar later nog eens overdeed.

In de voetsporen van een neef uit Opitter was hij intussen Lichamelijke Opvoeding beginnen studeren aan de Universiteit van Luik. Perfect tweetalig en met twee jaar ervaring als plukker, vroeg Mevrouw R. Tordeurs, Diensthoofd Werkvakanties op het BIW-kantoor in Brussel, hem als coördinator in Delhi. In 1972 had hij tweede zit maar van 1973 tot 1977 betrok hij met een paar wisselende partners het piepkleine BIW-bureautje in “Kingstreet 79, Delhi, open van zes tot zes, behalve op zondag tot 2”.

Van bij het krieken van de dag beantwoordde hij, als mediator en verantwoordelijk voor sociale zaken, oproepen van boeren voor vervangers, sprak met jongens en meisjes in problemen en reed met een grote Amerikaanse slee van boerderij naar boerderij. Twee keer per oogst schreef, stencilde en verstuurde hij het informatieblaadje Pijp en Toebak naar de plukkende studenten. Hij organiseerde het afscheidsfeest en de terugreis met de bus via Niagara Falls, Toronto, Montreal en Washington richting New York en naar huis.

Farm Otterville Farm Otterville Farm Otterville

Hoe dat tabaksavontuur ooit begon, is al vaker verteld, o.m. in de omnibus Vlaanderen in de Wereld, geschreven door één van de doopvaders van BIW/VIW, de Scheutist Arthur Verthé. In die jaren nog ‘Sekretaris-Generaal’; vooral het tweede van de drie delen werd zwaar gepromoot, zowel bij inschrijving van de tabakspluk als in Delhi, ‘voor vijf dollar’!’

Samengevat: tijdens de naoorlogse bloei van de Canadese tabaksindustrie waren zeker 3.000 van de 4.500 tabaksboerderijen in handen van West- en Oost-Vlaamse boeren. Het verenigingsleven van de gemeenschap was navenant. Eén van de kernen was de Belgische club in Delhi, in het zuiden van de provincie Ontario.

Ter voorbereiding van de oprichting van BIW reisde Arthur Verthé de wereld af op zoek naar Vlamingen. Natuurlijk deed hij ook Canada aan. Eenmaal actief bood de stichting haar diensten aan om Europareizen van de club van Delhi te begeleiden. Zo werd een delegatie in 1965 op het Koninklijk Paleis ontvangen. Tijdens die rondreis groeide, eerst al schertsend maar al gauw ernstig, het plan om studenten op werkvakantie naar Canada te sturen.

In de zomer van 1966 vertrokken 348 Vlaamse jongeren. Vanaf dan charterde BIW per jaar twee Boeings 707 bij Sabena. Op 19 september 1975 was ik erbij toen in Delhi het tweede lustrum werd gevierd, met optredens van Lize Marke, Willem de Meyer en The Roosters. Een televisieploeg met Jan van Rompaey heeft het vereeuwigd, zo schreef ik mijn ouders op blauw vliegpapier. Twee maanden later, op 15 november, werd de viering nog eens overgedaan met een bierfeest in Wieze.

In de tweede helft van de jaren zeventig hield de muziek op. Vanaf 1977 vroeg de Canadese regering wederkerigheid en nog tot in 1982 heeft ons land 140 Canadezen verwelkomd. Uit onze contreien hebben sinds 1966 vijfduizend jongeren van het avontuur daar geproefd.

En een avontuur was het. Een uurtje na onze aankomst in Toronto stelde Jos Clijsters bij een gratis pint in de Belgian Hall van Delhi de toegewezen boer voor, in ons geval Bob Demaiter in Port Burwell. Zes weken lang stonden we voor dag en dauw op, werden met een oude open pick-up truck naar het veld gereden en namen plaats op een primingmachine, een automatisch gestuurd monster dat boven de tabak uit troonde met de plukkers op verstelbare stoeltjes helemaal onderaan. Met rijpe tabaksbladeren vulden we een mandje, stengel naar voren. Op het eind van de rij werden die manden in aluminium opgehaald en naar de boerderij gebracht waar de bladeren op een stok werden genaaid en in het drooghuis of killn gehangen. Je eerste mand kreeg je nauwelijks omhoog maar een paar weken later zwierden we de bakken gezwind op de truck.

Voor en na het werk aten we in een bijhuis van de boerderij. Wat je daar op je bord kreeg, was nooit gezien: ’s ochtends ontbijtgranen overgoten met melk, beeld je dat eens in, en ’s middags lappen vlees groter dan je bord. In de vooravond werd wat gekaart of gezwommen in het Eriemeer maar al gauw vielen we om van vermoeidheid en trokken ons terug in de slaapvertrekken.

Farm Otterville Delhi Office BIW Delhi Belgian Hall

Zoals vele anderen liep Jos Clijsters twee keer een tabaksallergie op: puistjes en jeuk zoals bij netelkoorts, maar met één injectie was het euvel opgelost. Veel erger was dat hij één van de jongens na een zelfmoordpoging naar huis moest repatriëren. En op 14 september 1977 liep het helemaal mis. Na hun laatste werkdag op een boerderij in Simcoe, op de terugweg van de bank waar ze uitbetaald waren, zijn drie jongens uit het Antwerpse bij een auto-ongeval omgekomen. Op een kruispunt werd hun taxi, een groene stationwagen, met hoge snelheid in de flank aangereden. Ook hun Canadese taxichauffeur liet het leven. Twee andere jongens werden zwaar gewond. In het fotoalbum van Jos Clijsters nemen de doodsprentjes, krantenartikels en de foto van de taxi een grote plaats in.

In 1977 voltooide Jos Clijsters zijn studies op de Universiteit van Luik. Dankzij zijn ervaring bij BIW werd hij in 1979 in dienst genomen als sportdirecteur van de universiteit. Eenenveertig jaar lang heeft hij voor studenten en personeel zestig sporten gecoördineerd en reizen naar kampioenschappen en ontmoetingen in de vier hoeken van de wereld georganiseerd. In die jaren is hij beginnen skiën, en, zoals hij zei: “dat is oké maar liever leer ik mensen skiën!” Eerst nog vrienden en familie, tot hij zich realiseerde dat hij in zijn favoriete skioord met vijf bussen was aangekomen. Het woord skiën mag gerust vervangen worden door zijn andere favoriete sporten: zweefvliegen, paragliden of valschermspringen.

In de jaren negentig stond Jos Clijsters mee aan de doopvont van een vereniging die in het hoger onderwijs het belang van sport verdedigt, the European Network of Academic Sport Services (ENAS). Toen wij hem bezochten, was hij nog maar net terug van hun jongste samenkomst in Porto, hij was al erelid maar sindsdien is hij nog auditor bovendien.

Zijn avonturen met anderen delen, dat is Jos Clijsters ten voeten uit. Toen, vandaag en morgen. Nog een voorbeeld? In 2018 heeft hij met zijn Harley Davidson de Route-66 gedaan; een jaar later heeft hij dat met zijn familie nog eens overgedaan en uitgebreid; op dit ogenblik werkt hij aan de voorbereidingen van dezelfde rondrit … voor zijn hele Harley Davidsonclub.

De spreuk van ENAS is Getting Europe Moving! Het had bijna ons advies kunnen zijn: Helping Flemings on the move. En zeggen dat het allemaal met de tabakspluk in Ontario begonnen is; benieuwd waar wij gaan uitkomen.

Jos Clijsters

Auteur:
Theo Dirix