Palimpsest
Als u volgende zin aanstellerig vindt, dan scrolt u maar beter door. Is daarentegen uw nieuwsgierigheid geprikkeld, dan zit u goed, zeker bij VIW.
Toen ik in New York niet kon weerstaan aan dat boek, wist ik dat ik ooit de Amalfi-kust in Italië zou zien. Niet alleen schreef de Amerikaanse schrijver Gore Vidal (1925-2012) zijn Palimpsest aan de golf van Salerno, ook het gekartelde papier waarop de memoires gedrukt zijn, lijkt een beetje op het handgeschepte mengsel van linnen en hennep uit één van de laatste middeleeuwse papiermolens in Amalfi.
No hard feelings, tot een volgende column dan maar, of: boeken en reizen, natuurlijk: what else is new?
Eerst nog wel deze omweg in tijd en ruimte.
Lang geleden kocht ik van de Franse schrijver André Gide (1869-1951) exemplaar 479 van zijn Pages de journal 1939-1941, genummerd van 251 tot 1750. Ondanks zijn Nobelprijs voor Literatuur in 1947, was Gide toen al voor velen heel erg fout en vandaag ongetwijfeld nog veel fouter, maar ik kon een halve eeuw geleden de lokroep van Noord-Afrika en zijn twijfels en ballingschappen wel volgen. Hier en nu beperk ik mij tot het boekje zoals het in 1944 in Algiers werd gedrukt.
De eerste lezer van mijn exemplaar moet het enorm bevredigende gevoel hebben gehad om zelf het boek te mogen opensnijden.
“De grote kunst is geen happen of hapjes uit de paginaranden te scheuren, zoiets kan na tientallen jaren nog ergernis wekken (en ergernis, weten we, dient vermeden met het oog op maagzweren en hartinfarcten) daarom: een goed, scherp mes, een vaste chirurgenhand, en met toewijding, inzicht en enig geluk zal het waarachtig wel gaan”, zo citeer ik een gedicht van C. Buddingh, en dat zo begint: “een boek opensnijden is nog niet zo eenvoudig als het wel lijkt: het heeft iets van politiek: het moet namelijk het heden dienen, maar ook op de toekomst gericht zijn; het vraagt èn doortastendheid èn beleid”.
Niks daarvan bestaat vandaag nog, niet in de uitgeverswereld en nog minder in de politiek. Maar de eerste lezer van deze Pages de journal heeft met vaste hand nog wel aan mij gedacht. En dat met zulk een goedkoop oorlogspapier! Dat het door de jaren heen helemaal is vergeeld en bevlekt, neem ik er graag bij. De omslag van breekbaar cellofaan heeft het zwaarst geleden maar daardoor is de cover nog wel wit.
Ik ben heel blij met mijn nummer 479, maar wat het colofon vermeldde over de eerste 250 exemplaren is tot vandaag een drijfveer gebleven bij het zoeken naar boeken en papier. In het Frans luidt het dat die exclusieve nummers gedrukt waren op ‘papier Japon’: Japans (wa) papier (shi), washipapier, dus, van vezels van bepaalde bomen of struiken.
In 1996 vroeg het Amerikaanse Random House aan Chip Kidd om voor een nieuwe hard cover ook een losse doorzichtige omslag te ontwerpen: Gore Vidal Palimpsest A memoir. Zichtbaar onder die vier lijnen verschijnt een glamoureus zwart-wit portret uit 1964; de auteur was ook acteur en politicus. Het colofon binnenin zegt: manufactured in the United States of America on acid-free paper, 24689753 First Edition. De boven- en onderrand van de 419 pagina’s zijn kaarsrecht maar de voorste snede is gekarteld en de bladen ongelijk als door een imaginaire boekensnijder geopend.
Bovenop vergelijkbare controversen over seks, godsdienst en politiek, schurkt Vidal zich ook daarmee tegen Gide aan. In het naoorlogse hoofdstuk van zijn memoires, Paris: Proust’s whorehouse, Gide, Bowles, and Isherwood, konden de Grote Queens nog doen wat ze toen deden. Ik kon zijn passie voor de Oudheid wel volgen.
“Ik ben altijd nieuwsgierig geweest te weten waar schrijvers zich fysiek bevonden toen ze hun memoires schreven’, schrijft Gore vooraleer hij op het interieur van zijn kamer inzoomt. Uitgezoomd stond een paar zinnen eerder: “The room where I work is a white cube with an arched ceiling and a window to my left that looks across the Gulf of Salerno toward Paestum. At the moment: metallic-gray sea and a white haze that obscures our even more hostile sun. Robert Frost thought that between fire and ice the world would end in ice. Plainly, it is going to be fire this time around.”
De villa uit 1930 waar Vidal met zijn partner Howard Austen van 1972 tot 2006 woonde, droeg de naam la Rondinaia, Zwaluwnest.
Vorig jaar ben ik er in alle haast onderdoor gereden, op de panoramische kustweg SS163 van Salerno, aan Ravello, bijna tegen Amalfi. Bij zonsondergang, net voor sluitingstijd, had ik een afspraak bij het papiermuseum: mijn voorraad handgeschept papier van linnen en hennep, met het watermerk van de familie Amatruda, was bijna op.
Nooit zou ik me met Gore durven vergelijken, maar vanuit mijn kamer met een soortgelijk zicht op Cycladische eilanden, verstuurde ik onlangs nog een briefje op zo’n papier:
In de schelp van je beide handen ligt een open boek. Nogal dicht bij je bijziende ogen. Als iets in de wasem boven je bril beweegt, zie je nog net hoe een man aan een boek ruikt. Is het een nieuw boek dan ruikt hij de inkt meer dan het papier. Vettig zurig roet. Is het een oud boek dan geurt het papier meer dan de inkt. Scherp zurig schimmelig. Tenzij het een boek van een roker was. Dan zijn de schimmels ook dood. Plots moet ik niezen: stof of meeldauw. Dat tweede alleen omdat het zo’n mooi woord is. Want dat was wat ik net las: meeldauw op papier, zoals dauw op gras in een wei zoals vroeger.