Niets is wat het lijkt in China
“De eerste keer dat je in China landt, begin je automatisch te dromen.” Aan het woord is Jurgen Van Der Velde, voetbaldirecteur en ondernemer in de provincie Guangdong. In 2004 zette hij voor de eerste keer voet op Chinese grond. Hij kwam terecht in een land dat een gigantische ontwikkeling doormaakte, met een conjunctuur die een beetje achter hinkte op Europa. “Maar 18 jaar later lopen ze met gemak vijf jaar voor op de rest van de wereld. In China is alles mogelijk. Maar: onder bepaalde voorwaarden. Niets is wat het lijkt en er worden veel luchtkastelen gebouwd. Met de juiste kennis, contacten en omkadering raak je gelukkig heel ver.”
Fascinatie
“Ik heb veel opofferingen gemaakt om de taal en cultuur te beheersen. Eens het wow-gevoel verdwijnt, merk je dat samenwerken niet zomaar van een leien dakje loop. Er zijn grote mogelijkheden en gigantische steden, maar het gedaan krijgen is niet zo simpel.”
Jurgen heeft er al een lang parcours met veel verschillende ervaringen op zitten. Als kind had hij een fascinatie voor Azië en in het bijzonder China. Dat evolueerde gaandeweg naar de sportwereld en managementfuncties. “Aanvankelijk was ik een techneut, bezig met informatica en innovatie. Dan kom je al snel uit bij Azië. Na een reis naar Shanghai en Taipei begonnen mijn oogjes te glimmen; ik kreeg een bepaalde coup de foudre.” Hij keerde vastberaden terug naar Leuven en stortte zich op de Chinese taal. Enkele jaren later vertrok hij opnieuw richting Verre Oosten, deze keer om te blijven.
Parcours
Hier spreekt een ondernemer pur sang. “Ik startte een intermediair bedrijf op, om Vlaamse ondernemers te helpen bij hun handel met China. Het was intens en ik betaalde hard leergeld. Maar dat motiveerde me.” Hij rolde in de voetbalwereld en combineert er vandaag het wetenschappelijk-sportieve met zakelijke ontwikkeling.
“Mijn huidige functie omvat het trainer- en ambassadeurschap, adviseren en managen van allerhande stakeholders. Zo organiseer ik voetbalworkshops voor een gebied dat negen miljoen inwoners telt. Naar Chinese normen is dat behapbaar.”
“Het is een zeer veelzijdig project, dat met Chinese snelheid vooruitgaat en veel voldoening geeft.” Het Bureau van Sport en Cultuur zetten strategische krijtlijnen uit voor zo’n 100 clubs. Van daaruit dient er binnen drie jaar een professionele mannen- en vrouwenploeg voort te vloeien. Ook bij het opzetten van de sportinfrastructuur over vijf districten heen is hij actief betrokken.
De maakbare topsport
President Xi Jinping’s befaamd plan om wereldkampioen voetbal te worden, werd groots aangepakt met heuse voetbalsteden, internationale partners en musea, met als potentieel een sportvriendelijk ecosysteem te genereren en een immense visvijver voor talent als gevolg.
“Er werd een soort artificiële voetbalcultuur gecreëerd, die helaas amper resultaten boekte. De industrie kent inmiddels een laagconjunctuur met het nationale mannenelftal en competitieniveau als voornaamste vertegenwoordigers van het verval. Vakmensen en sponsors begonnen zich gaandeweg terug te trekken.” Dat toont aan dat je wel plannen kan smeden in een ivoren toren, maar die worden niet altijd bewerkstelligd in de complexe lokale sportomgeving. De aanpak die in andere industrieën wel zijn vruchten afwerpt, werkt vooralsnog niet in de voetbalwereld.
“China staat aan de internationale top in vele individuele sporten. Het is onwaarschijnlijk welke prestaties jonge topsporters neerzetten. Het getuigt van een soort nationale fierheid dat perfectie afgeleverd kan worden; in kunstduiken, badminton en pingpong is China wereldtop. Bij voetbal kan je natuurlijk geen 10/10 halen, dat is eigen aan een ploegsport.”
De doorsnee Chinees
Wat me stoort, is dat er in het Westen wordt gepraat over “de Chinees”. Er is een versimpeling van het land: in China is er geen privacy, is alles goedkoop en zijn ze onbeleefd. Het zijn gevaarlijke en eenzijdige stereotype vereenvoudigingen en het is een sterk gekleurde kijk op een gigantisch land. Zo’n enge perceptie is frustrerend, terwijl Chinezen doorgaans met een juiste, nieuwsgierige blik naar het Westen kijken.”
Er zijn zoveel verschillende regio’s en steden, elk met zijn eigen gebruiken en geschiedenis. Ook op zakelijk vlak is er een groot onderscheid en moet je voldoende culturele context kennen. “Dat is een valkuil als het over China gaat; het duurt jaren om nuances te begrijpen, terwijl het quasi onmogelijk is om als buitenstaander met een Chinese blik te leven als je er niet bent opgegroeid. De taal is de eerste vereiste, maar zeker niet het enige aspect dat meespeelt. Tenzij je er in een internationale cocon leeft, moet je mee kunnen knikken, praten en zelfs zingen over lokale gebruiken en regionaal eten. Leren communiceren in zo’n gigantisch groot land is de grootste uitdaging die bestaat. Het kan vermoeiend zijn, of houdt je net scherp als mens.”
Ondernemen op wereldschaal
Die snelheid en enorme schaal is zichtbaar bij bedrijven. “Chinezen die een bedrijf opstarten wagen het erop en kijken naar de marktreactie, wat die ook moge zijn. Nieuwe producten, kanalen, sociale platformen, voeding, ... Ze durven dat, omdat ze onmiddellijk uitgebreide feedback krijgen waarop ze verder kunnen bouwen. Hier is het motto: al wat is gebeurd, is voorbij. Ook in het zakelijk leven, met foute producten, samenwerkingen die mislukken, verkeerde initiatieven; dat was gisteren, morgen trekken we het wel recht. Een miljoen verloren, maar morgen verdienen we misschien wel tien miljoen.”
Dat ervoer Jurgen ook bij het ontwikkelen van sportproducten en patenten. Een test doen bij 20.000 studenten in vijf scholen was snel geregeld. “Dat is een onmiddellijke en enorme respons, wat zorgt voor een hefboom om het product op de markt te brengen.”
Het grootste verschil met de vorige decennia? “De creatieve ideeën komen nu vaak vanuit China en niet meer van bij ons, en dat is een pijnlijke vaststelling. Doordat er erg op het kind is ingezet, door artistieke of sportieve hobby’s aan te bieden, komt er nu een generatie aan die uitdagingen niet schuwt en creatief talent heeft.” Een voorbeeld is de ontwikkeling van elektrische wagens, waarbij Europa nu leert van China in plaats van omgekeerd.
Waar Chinese bedrijven het vroeger niet zo nauw namen met intellectueel eigendom, is dat vandaag de dag wel anders. “Vroeger werd laks omgegaan met patenten, nu is het een belangrijke factor om een businessmodel te kunnen verantwoorden en buitenlandse investeringen vast te krijgen.”
Liefde blijft duren
Voelt Jurgen zich na 18 jaar meester over de Chinese taal en cultuur? “Het hangt af van de situatie. Als het gaat om contacten leggen, eenvoudige ondernemingen opstarten of productielijnen opzetten, dan is het uit de losse pols voor mij. Ik weet wat te doen, wat te verwachten, waarover te praten. Dat is ooit wel anders geweest. Tijdens beurzen en lezingen ben ik in mijn sas en bij een zakendiner zijn het ook steevast comfortabele dialogen die vlot stromen. Maar zet mij aan een nieuw project waar ik nog geen ervaring mee heb, dan zweet ik opnieuw zoals in het begin.”
De verwondering blijft. “Als ik ‘s avonds over de brug rijd en het verlichte Lotus Century Stadium zie, dan beweegt er iets. Soms moet ik mezelf knijpen om te weten dat ik niet op een filmset ben.”