Moderne nomads
In 2007 werd het boek “The 4-hour work week” een wereldwijde besteller. Het veranderde onze kijk op werken. We leven niet langer om te werken, maar zien leven en werk ook niet meer per definitie volledig gescheiden. Werkgevers worden minder rigide waardoor flexibel werken (zowel qua tijd als locatie) langzaamaan terrein wint op de klassieke 9-to-5.
Het klinkt als een droom: de wereld rondreizen zonder je job op te geven. Met een laptop en een internetverbinding kan je in principe van overal ter wereld werken. Met het westers loon leef je op andere continenten bovendien als een koning. Velen proberen het als freelancer of worden influencer: ze hebben zoveel volgers op sociale media dat ze goed betaald worden om reclame te maken voor producten op hun Instagrampagina.
Een internationale carrière spreekt aan en is een middel om emigratieplannen te vergemakkelijken. We noemen de groeiende groep reizende werknemers “moderne nomaden” of “digital nomads”.
Verderop in dit magazine lezen we dat het administratief niet altijd zo eenvoudig is om zomaar de wereld rond te reizen en toch in orde te blijven met sociale zekerheid en belastingen. Tenzij je als zelfstandige kan factureren aan een groot en betrouwbaar klantenbestand en regelmatig terugkeert naar België, beland je snel in een grijze zone.
Digitale inwoners
Sommige landen springen echter gretig in op de digital nomadtrend. Estland is wereldwijd gekend voor zijn digitalisering. Het is de geboorteplaats van Skype, alle overheidsdiensten (behalve trouwen, scheiden en vastgoedtransacties) zijn er digitaal; zelfs stemmen. Het heeft als eerste land “e-residency”: men kan digitaal inwoner worden van het land. Momenteel zijn er zo’n 14.000 e-residents in Estland en het grootste deel van hen heeft via het digitaal inwonerschap ook een zaak opgestart en betaalt belastingen in Estland, zonder er fysiek aanwezig te zijn. In de eerste drie jaar dat het programma bestond, heeft het Estland al 14,4 miljoen euro opgebracht; voor elke euro die de overheid in het programma investeerde, kreeg ze er honderd terug.
Eind dit jaar wil de Estse regering nog een stap verder gaan en plant het de invoering van een “nomad visa” voor zijn e-residents. Naar schatting 10% van de digitale inwoners zullen dan ook tijdelijk fysiek in het land komen wonen. Het idee is simpel: omdat de buitenlandse digital nomads geen werknemer zijn van een lokaal bedrijf, nemen ze geen arbeidsplaatsen in. Ze spenderen echter wel geld en geven zo de lokale economie een boost. Digital nomads kunnen 365 dagen in Estland verblijven en krijgen toegang tot het 90-dagen-Schengenvisum, waardoor ze tijdens die periode ook kunnen rondreizen.
Andere landen maken voorzichtige stappen richting een gelijkaardige migratiewetgeving. In Duitsland kan je zowel een “artist visa” als een “freelancers visa” aanvragen. Berlijn trekt al decennialang het profiel aan dat nu aan de digital nomads wordt toegeschreven. Via dit visum omzeilen derdelanders ook het vervelende 90-dagen-Schengenvisum en kunnen ze vrij rondreizen in Europa.
Voor jongeren tussen 18 en 30 jaar zijn de befaamde “working holiday” visa een gemakkelijke manier om rond te trekken in Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, Zuid-Korea en Taiwan zonder er per se bij een lokale werkgever tewerkgesteld te worden.
Dan is er ook nog Spitsbergen, een Noors eilandenarchipel dat wanhopig op zoek is naar nieuwe inwoners. Zin om op een van de meest afgelegen, donkere, koude en dure plaatsen ter wereld te wonen? Zich vestigen op Spitsbergen is heel simpel en een visum, verblijfsvergunning en werkvergunning bestaan er niet. Iedereen welkom dus!