Ligt je comfortzone hier, dan ligt de magie daar
Als je Facebook moet geloven, dan zit Frank D’hondt als frequent flyer vaak urenlang in een vliegtuig en is hij tegelijk een extreme loper. Gecombineerd geeft dat aanleiding tot posts zoals: “aangename jog/hike van 10 (of 15 of 20) K aan de oevers van (vrij in te vullen)”. ‘Oevers’ staat hier voor alle vormen van aantrekkelijke paden, wegen, straten, trajecten in en rond steden, want dat is waar het geoefende oog van deze internationale ‘stadsontwikkelaar’ naar zoekt.
Lopen wij even mee langs projecten waarin hij betrokken was, dan passeren we 6 steden in Kosovo, hoppen we tussen de West Bank, Gaza en Oost-Jerusalem, rennen door Kabul en stappen in Castries op Saint-Lucia of door groter Banjul in Gambia; we pendelen tussen Mogadishu en Hargeisa in Somalië en springen over de Rode Zee naar Saoedi Arabië; tegenwoordig lijkt hij wat op adem te komen in Vietnam, en niet alleen in Ha Noi en Ho Chi Minh City.
“Je kunt de ideale stad niet maken met alleen wetten en regels.”
Sinds 2005 ‘loopt’ Gentenaar Frank D’hondt, vaak met een badge van UN Habitat en andere internationale organisaties, voor betere steden in de wereld. Het eerste decennium van zijn carrière trainde hij ruimtelijke ordening in de Benelux en Nederland. Een paar jaar geleden liep hij de 180 km van oud-Nemea naar oud-Olympia in Griekenland. Hoeveel olympische marathons op zijn teller staan, heeft hij niet bijgehouden, een zeventigtal? Toen hij aankondigde dat hij één van zijn volgende onder de drie uur wilde lopen, reageerde zijn dochter met: “Onmogelijk, gewoon omdat je te oud bent en astma hebt!”. In New York bleef hij onder de drie uur.
Frank D’hondt is in Pristina in Kosovo beginnen lopen omdat hij er wegens de vervuiling een chronische bronchitis en astma had opgedaan. “Beperkingen zijn louter mentaal. Beperkingen creëren motivatie.” Dat was zijn antwoord. Tot zijn hart protesteerde en hij een doktersbriefje kreeg met als voorschrift: “Niet meer lopen!”
Vandaag jogt en hiket hij alleen maar, zopas nog een loopje van 20 km: “Ik ben niet echt kooibaar! Lopen is een compensatie voor mijn werk. Stadsplanning is afhankelijk van processen. Daar heb je geen vat op. Plannen worden nooit uitgevoerd zoals je ze in je hoofd hebt. Plannen zijn ook nooit af. Lopen heb ik zelf in de hand, mijn werk niet.”
Als de metafoor van ‘lopen’ niet goed werkt, dan hoeft dit portret van een Senior Regional & Urban Planner ook niet de vorm van een gesprek te hebben. Ik had me nochtans voorgenomen om de internationale CV van Frank D’hondt eens goed te overlopen. Maar zegt de reisweg van hierboven al niet genoeg? Daarna had ik wat willen doorbomen over hoe een stadsplanner met veertig jaar ervaring de ideale stad ziet. Tussen de steden waar ik tijdens mijn wispelturige buitenlandse carrière heb gewoond en de steden die ik toen droomde, tussen steden waarvan ik het verleden altijd koester en de steden waarin ik tevergeefs naar verleden heb gezocht, ziet Frank D’hondt vooral een ‘gedeelde stadsvisie’.
Je kunt de ideale stad niet maken met alleen wetten en regels. Even schoot een klassieke versregel me door het hoofd, maar Frank D’hondt ziet dat anders: “Onze steden zijn een bron van problemen maar ook van oplossingen. De voortschrijdende verstedelijking van de wereld is niet tegen te houden. We zullen niet anders kunnen dan ze te vermenselijken. De dichotomie tussen stad en dorp is niet meer houdbaar. We zullen het platteland moeten introduceren in de stedelijke regio’s en elders de natuur haar werk laten doen, zelfs al is dat om verlaten dorpen op te slorpen. Hoe we grote stadsregio’s moeten ontwikkelen en tegelijk naar de natuur terugkeren, is de grote uitdaging.”
Meestal, zoals gisteren nog in Vietnam en morgen in Saoedi Arabië, realiseert hij projecten voor UN-habitat. Voluit is het ‘United Nations Human Settlements Programme’ een programma van de Verenigde Naties dat tot doel heeft sociale en duurzame stedenbouw te bevorderen. Maar Frank D’hondt zou niet zichzelf zijn mocht hij daarbij laten. Voor een vrijwillige opdracht die soms een extra 30 tot 40 uur per week vergt, schakelt hij gewoon een versnelling hoger.
In 2019 werd hij verkozen tot Secretaris-generaal van de ‘International Society for City and Regional Planners’ (ISOCARP); hij zit nu in zijn tweede mandaat tot 2025. ISOCARP is een soort van think tank waarin individuele en institutionele leden van meer dan 90 landen kritische vragen stellen en hun visie delen om steden inclusiever, veiliger, weerbaarder en duurzamer te maken. In 2024 viert de organisatie haar zestigste verjaardag, met twee congressen waarvan de thema’s bijzonder aantrekkelijk klinken: ‘Planning New Regenerative Cities’, in New Clark City in de Filipijnen in september, en: ‘Reinventing the (In)Visible Cities’ in oktober in Sienna, Italië.
Daar heb je mij weer: ‘Onzichtbare steden’ is de intrigerende roman van Italo Calvino waar ik elders in dit blad over schrijf. Maar Frank D’hondt ziet dat anders: hij moest zo nodig tegenover een congres in de historische stad van Sienna een uitdaging met alleen toekomst plaatsen: New Clark City is de spiksplinternieuwe back-up stad van Manilla, leefbaar toen ze daar nog met ruim 2 miljoen waren, maar die nu letterlijk en figuurlijk stilstaat omdat ze met 16 miljoen allemaal tegelijk willen bewegen, maar wat als ze met 26 miljoen zijn? De helikopters staan al klaar om de overheid naar de back-up stad over te brengen, mocht er iets gebeuren. Ze is grotendeels klaar, alleen een bevolking moet er nog komen wonen.
Nog één van zijn uitspraken die ik niet mocht vergeten, is: “In de eerste twee minuten ben ik altijd rationaal, daarna volg ik mijn buikgevoel.” Als uitsmijter verkies ik echter deze om een titel van te maken: “Als mijn comfortzone hier ligt, dan zoek ik de magie daar, zelfs al ben je niet zeker dat er magie te vinden is!”