Kinderen meenemen naar het buitenland? De wetgever grijpt in!
We hadden het vroeger al eens over het probleem dat zich stelt bij ouders van verschillende nationaliteit en waarvan één opnieuw verhuist naar zijn/haar land van herkomst na een echtscheiding. Het verdelen van hun goederen naar aanleiding van deze scheiding is één ding, maar het grootste probleem zijn de kinderen. Mag de ouder die België verlaat zomaar deze kinderen meenemen naar het buitenland? Kan er sprake zijn van ontvoering indien dit zou gebeuren zonder de toestemming van de andere ouder? De Belgische wetgever is hier opgetreden en heeft recent wetsregels tot stand gebracht om dergelijke toestanden te voorkomen. We zetten deze nieuwigheden hier op een rij.
Het ouderlijk gezag volgens het Belgisch recht
Het algemeen principe is dat wanneer ouders samenleven, dan oefenen zij het gezag over het kind gezamenlijk uit. Normaal gezien wordt elke ouder geacht te handelen met toestemming van de andere ouder wanneer hij, alleen, een handeling stelt die met het ouderlijk gezag verband houdt.
Het Belgisch Burgerlijk wetboek bepaalt dat wanneer de ouders van een kind niet meer samenleven, dan blijven zij het ouderlijk gezag toch nog gezamenlijk uitoefenen. Bij gebreke van overeenstemming omtrent bijvoorbeeld de huisvesting van het kind, over zijn opvoeding, zijn opleiding of wanneer deze overeenstemming strijdig lijkt met het belang van het kind, dan kan de bevoegde familierechtbank de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan één van beide ouders.
De aangepaste regels: uitreiking mits toestemming!
De nieuwe wetsregels bepalen nu dat een ouder die het ouderlijk gezag uitoefent, bij ernstige vrees voor een niet-toegelaten reis van zijn minderjarig kind naar het buitenland, aan de bevoegde autoriteiten kan verzoeken dat een Belgisch paspoort of reisdocument op naam van het minderjarig kind, enkel zou worden afgeleverd met zijn uitdrukkelijke toestemming.
In dat geval mag het paspoort, reisdocument of identiteitsdocument in kwestie enkel worden afgeleverd met de toestemming van beide ouders of ten gevolge van een rechterlijke beslissing.
Wat indien er al een reisdocument werd afgeleverd?
Werden er reeds Belgische paspoorten, reisdocumenten of identiteitsdocumenten op naam van het minderjarig kind afgeleverd, dan kan de familierechtbank bij ernstige vrees voor een niet-toegelaten reis van het minderjarig kind naar het buitenland, in het kader van een reisverbod maatregelen bevelen.
Zo kan de familierechtbank de ongeldigverklaring en de intrekking van het paspoort of reisdocument op naam van het minderjarig kind uitspreken. Zij kan ook de geldigheid van het identiteitsdocument op naam van het minderjarig kind beperken tot het Belgisch grondgebied door het seinen van het identiteitsdocument in het centraal bestand van de identiteitskaarten. Tenzij de rechtbank anders beslist, heeft het seinen van een identiteitsdocument op naam van een minderjarig kind ook de weigering van de aflevering, de ongeldigverklaring en intrekking van het paspoort of reisdocument op naam van dat kind tot gevolg en omgekeerd.
Deze maatregelen genomen door de rechtbank, kunnen een einde nemen door een beslissing van de familierechtbank of bij de meerderjarigheid of ontvoogding van het kind.
Wie moet van deze maatregelen op de hoogte worden gebracht?
Het is de griffier van de familierechtbank die de genomen beslissingen ter kennis brengt van de burgemeester van de gemeente waar het kind is ingeschreven in het bevolkingsregister. Verder moet hij ook de ministers die bevoegd zijn voor Binnenlandse zaken en eventueel deze bevoegd voor Buitenlandse Zaken, op de hoogte brengen.
De minister van Binnenlandse zaken zal de seining wel moeten laten registreren in het centraal bestand van identiteitskaarten. Heeft het kind niet, of niet alleen de Belgische nationaliteit, dan zal de minister van Buitenlandse zaken de buitenlandse autoriteiten op de hoogte moeten stellen van de genomen beslissingen.
Het seinen van een identiteitsdocument van een minderjarig kind dat door de familierechtbank bevolen werd, impliceert dat het identiteitsdocument of de identiteitskaart geldig blijft op het grondgebied van België, maar dat de houder van dat identiteitsdocument of die identiteitskaart daarentegen niet mag reizen, en dit volgens de modaliteiten bepaald door de familierechtbank.
Besluit
Dit alles betekent dat de ouder die over het ouderlijk gezag beschikt, bij de bevoegde instanties kan vragen dat een reisdocument of een Belgisch paspoort voor zijn minderjarig kind, alleen kan toegestaan worden mits hij hiervoor zijn toestemming geeft. De voorwaarden zijn wel dat er een vrees tot ontvoering door de andere ouder moet zijn. Bovendien moet deze vraag gesteld worden door de ouder die over het ouderlijk gezag beschikt.