Grootschalig onderzoek: moedertaalonderwijs in het buitenland
In 2013 bevraagde VIW voor het eerst grootschalig Vlaamse ouders over het moedertaalonderwijs in het buitenland. Zes jaar later voerden we dit onderzoek opnieuw uit, met een specifieke focus: Nederlandse taal en Vlaamse cultuurelementen in het moedertaalonderwijs in het buitenland.
Het Herenakkoord en het Damesakkoord
Nederland en Vlaanderen hebben een traditie op het vlak van samenwerking rond cultuur, taal en onderwijs. In 1991 werd een Herenakkoord tussen de ministers van onderwijs gesloten. In ruil voor de vele Nederlanders die in het Vlaams hoger onderwijs komen studeren, vallen Vlaamse leerlingen in het buitenland onder de subsidieregeling van NOB (Nederlands Onderwijs in het Buitenland). 25 jaar later, in 2016, vernieuwden de Nederlandse en de Vlaamse ministers van onderwijs, respectievelijk Jet Bussemaker en Hilde Crevits, deze samenwerking in het zogenaamde Damesakkoord. Het beschrijft de intentie voor een nauwere samenwerking.
In het akkoord wordt benoemd dat Nederland en Vlaanderen het belangrijk achten dat er een aanbod van kwalitatief goede Nederlandstalige scholen en programma’s bestaat in het buitenland. De financiering voor de infrastructuur (NOB) en het kwaliteitstoezicht door de Nederlandse Onderwijsinspectie blijven bestaan. De beide ministers zullen de gesprekken met en over (de toekomstige ontwikkelingen van) NOB samen voeren. Jaarlijks wordt bovendien door Vlaanderen 330.000 euro extra ter beschikking gesteld voor de versterking van de kwaliteit van het onderwijs wereldwijd.
Achtergrond onderzoek
Zo’n 800 Vlaamse ouders met kinderen die in het buitenland onderwijs volgen of gevolgd hebben, vulden ons onderzoek in. 90% van hen woont al langer dan vijf jaar in het buitenland en meer dan de helft plant niet terug te keren naar België. De resultaten gaan over een totaal van 1.630 kinderen in 82 landen, in alle leeftijdscategorieën en in een breed scala van scholen en niveaus. 82% van de kinderen volgde kleuter- en lager onderwijs in het buitenland, 58% volgde middelbaar onderwijs in het buitenland. Opvallend: een kwart van de kinderen volgde ook buitenlands hoger onderwijs.
Onderwijsinstellingen
Veel kinderen maken gedurende hun schoolloopbaan gebruik van verschillende soorten onderwijsinstellingen en aanvullend onderwijs. Het overgrote deel van Vlaamse kinderen in het buitenland lopen school in een lokale onderwijsinstelling (50% in een openbare school, 30% in een privéschool). Britse, Amerikaanse en Franse scholen hebben elk een marktaandeel van ongeveer 10%, Canadese en Duitse scholen elk slechts 2-3%. Online onderwijs, afstandsonderwijs en thuisonderwijs scoren zeer laag (3% elk), maar het valt ook op dat minder dan 3% van de kinderen in een zogenaamde Europese school zijn ingeschreven. Nederlandse Taal- en Cultuurscholen (NTC) worden door zo’n 30% van de kinderen gebruikt.
Bij 60% van de respondenten hangt de keuze van de onderwijsvorm vooral af van de reputatie van de school, alsook de afstand van de woning. (43%). De prijs van het onderwijs is voor een vijfde van de respondenten belangrijk, flexibiliteit (zowel qua instapmoment als qua curriculum) is voor een tiende van de respondenten een bepalende factor.
Vlaamse accenten
Het kunnen genieten van Nederlandstalig onderwijs in het buitenland wordt door Vlaamse ouders een belang toegekend van 6,5/10. Ze vinden het iets minder belangrijk (6 op 10) dat Vlaamse cultuurelementen aan bod komen in het onderwijs, maar geven het belang van Vlaamse voorbeelden in lessen Nederlands een 7 op 10. Gevraagd waarom een focus op Vlaamse cultuurelementen belangrijk is, komen volgende resultaten naar boven:
- Het is deel van de identiteit van mijn kinderen (80%)
- Er is een onderscheid in taalverwerving vergeleken met Nederlands onderwijs (47%)
- Cultureel erfgoed (bijvoorbeeld Vlaamse jeugdliteratuur/literaire klassiekers in taallessen) (46%)
- Met het oog op herinstroom in Vlaams onderwijssysteem (39%)
- Vlaams oogpunt in geschiedenislessen (26%)
Slechts 3% van de respondenten gaf aan dat ze het helemaal niet belangrijk vonden dat er Vlaamse elementen aan bod komen in het moedertaalonderwijs. Veel ouders gaven daarnaast ook aan dat Vlaamse cultuur vooral thuis wordt meegegeven en dat ze het van belang vinden als het gezin plant terug te keren of als ze nog veel familie in België hebben wonen.
Bijna 80% vindt het een taak van de overheid om moedertaalonderwijs in het buitenland te steunen. Nederland wordt heel vaak aangehaald als het grote voorbeeld, zowel qua financiële als praktische steun. Er wordt verwacht dat de Vlaamse overheid ‘belangstelling toont’ voor moedertaalonderwijs in het buitenland en sommigen verwachten ook extra financiële steun, gezien de prijs van het onderwijs in het buitenland hoger ligt.
Kanttekeningen:
-
Veel ouders geven aan dat ze het vooral als hun eigen taak zien om hun kinderen thuis taal en cultuur bij te brengen en, omdat het hun eigen keuze was om in het buitenland te gaan wonen, ze niet teveel mogen verwachten van de Vlaamse overheid.
-
Meer dan 30% van de ouders ontvangt directe financiële steun van hun werkgever voor het onderwijs van hun kinderen (waarvan het leeuwendeel voor meer dan de helft of alle onderwijskosten).
Vlaamse ouders zijn voorzichtig voorstander (6 op 10 op schaal van belangrijkheid) van online en afstandsonderwijs Nederlands, net als een volledig Vlaams online initiatief voor Nederlandstalig onderwijs. Ook de uitreiking van Vlaamse diploma’s in het buitenland zou ouders helpen. Uit de antwoorden blijkt dat Belgische ouders over het algemeen niet op de hoogte zijn van het Heren- en Damesakkoord en er vanuit gaan dat de Vlaamse overheid geen onderwijs in het buitenland subsidieert, terwijl het dat (indirect) wel doet.
Waarom moedertaalonderwijs?
Er zijn diverse redenen waarom Vlaamse ouders hun kind graag Nederlandstalig onderwijs zien volgen. Ze klinken allemaal logisch: veel ouders geven aan dat hun verblijf in het buitenland slechts tijdelijk is en ze een herinstroom in het Vlaamse onderwijssysteem zo goed mogelijk willen voorbereiden. Ouders die zelf niet per se naar België plannen terug te keren, halen eerder voeling met roots, moedertaal en vaderland aan, net als de mogelijkheid om kinderen met vrienden en familie te laten communiceren.
Er wordt, zoals het de gemiddelde Vlaming betaamt, ook aan “de toekomst” gedacht. Vooral het volgen van hogere studies in België staat hoog op het verlanglijstje, omwille van de hoge kwaliteit en lage kostprijs. Meertaligheid biedt volgens veel ouders ook extra kansen op de arbeidsmarkt; hoe meer talenkennis, hoe beter.
Evaluatie aanbod Nederlandstalig onderwijs
Iets minder dan de helft van de respondenten kent geen enkel initiatief voor Nederlandstalig onderwijs in het buitenland. De Nederlandse Taal- en Cultuurscholen (NTC) (261 respondenten) is het meest bekend bij expatouders, gevolgd door De Wereldschool (130 respondenten), D-Teach en Edufax (100 respondenten) en Language One (48 respondenten).
Ongeveer een derde van de Vlaamse ouders in het buitenland maakt gebruik van één van de aanbieders. NTC-onderwijs heeft het meeste inschrijvingen, namelijk 58% van deze groep. Ouders zijn relatief tevreden wanneer ze hun kind moedertaalonderwijs laten volgen, waarbij aanbieder D-Teach als beste scoort op vlak van tevredenheid. In veel internationale scholen wordt moedertaal als keuzevak aangeboden (vaak vanaf 5 leerlingen die een taal spreken), een aantal ouders schakelt (soms in groep) een privéleraar in voor Nederlandstalig onderwijs.
Toch enkele kanttekeningen die vaak terugkomen: er is een klein aanbod en meestal slechts 1 mogelijkheid per bestemming waardoor de keuze sterk wordt beperkt, het moedertaalonderwijs heeft een hoge tot zeer hoge kostprijs en de lesinhoud is in het overgrote deel van de gevallen specifiek op Nederlands kinderen gericht. Als er voor onlineonderwijs wordt gekozen, is de voornaamste reden de flexibiliteit.
Cultquest
Om in te spelen op de vraag naar cultuurelementen in het Nederlandstalig onderwijs, ontwikkelde Stichting NOB (Nederlands Onderwijs in het Buitenland) enkele jaren geleden een online cultuurgame voor kinderen tussen 11 en 14 jaar genaamd CultQuest. Het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse overheid werkte hiervoor samen met Stichting NOB en zorgde ervoor dat er voldoende Vlaamse cultuur aan bod kwam: de Belgische en Vlaamse feestdag naast Koningsdag, de Rode Duivels, Vlaamse folklore… De game komt met begeleidende fiches voor leerkrachten, is zeer mooi vormgegeven en werd ontworpen door pedagogen. Hoewel het een ideale tool is om cultuur aan bod te laten komen en er voldoende Vlaamse elementen in verwerkt zijn, wordt deze game momenteel zeer weinig gebruikt. Concrete cijfers kon Stichting NOB ons niet bezorgen, maar uit onze bevraging bleek onder andere dat 97% van de Vlaamse ouders nog nooit van CultQuest had gehoord.
Aanbevelingen
Uit ons onderzoek blijkt dat de Vlaamse cultuurelementen in het aanbod van Nederlandstalig onderwijs sterk ondervertegenwoordigd zijn. Het Damesakkoord is weinig bekend (wat de perceptie niet te goede komt). We raden dan ook aan dat het Departement Onderwijs en Vorming voldoende blijft samenwerken met Stichting NOB en samen met VIW werkt aan een informatiecampagne voor Vlaamse expatouders.
Tekst: Anne Cruyt