Geboren om de wereld te zien
Een globetrotter kan terugkeren, maar komt nooit echt thuis. Na vijf jaar in Nieuw-Zeeland woont Ines Lotfi (30) opnieuw in België, maar een repat blijft in zijn hart altijd een beetje een expat. Het buitenland lonkt dus alweer. 'Nu Trump verloor, zou ik heel graag in de VS gaan wonen.'
Een aanloopje Australië
Ze had het altijd al gevoeld. Ze droomde haar toekomst in het Engels. En dus volgde Ines Lotfi haar instinct, toen ze negen jaar geleden afstudeerde. 'Ik was nog altijd maar 21, worstelde al een jaar met een relatiebreuk en wist niet goed wat ik wilde doen met mijn leven. Ik besloot zo ver mogelijk te trekken, en dan kom je al snel op Australië uit; zeker omdat het vrij eenvoudig was om daarvoor een working holiday visa te pakken te krijgen zodat je er ook mag werken.'
Natuurlijk ging het zoals het altijd gaat. 'Na een maand in Melbourne zat ik al door mijn geld en trok ik met een Nederlandse vriendin naar Adelaide, waar ik werk vond en meteen ook mijn man ontmoette. Na een werkdag sprak hij me aan in het hostel en zelfs al moest ik eerst niets weten van die Ier in zijn cargo pants en lelijke t-shirt, we belandden dankzij die vriendin toch in hetzelfde huis. We woonden samen voor het tot een relatie kwam.'
‘In Adelaide deden we huis-aan-huisverkoop voor een energiebedrijf. Vreselijk. Niettemin: het bracht goed op; ik denk dat ik 500 dollar per week verdiende als basisloon met daarbovenop commissie, dus het leven was wel gemakkelijk. In sommige wijken is de voertaal overigens min of meer Duits, dus als ik dan vertelde dat ik uit België kwam, ging de verkoop goed. Na drie maand had ik dus genoeg om even niet meer te moeten werken en kon ik opnieuw chillen.'
Eerste Belgisch intermezzo
'Na een klein jaar kreeg ik vanuit België een aanbod om bij Elle te komen werken, waar ik eerder stage had gelopen. Ik keerde terug, terwijl Jason in Australië achterbleef. Later zou hij wel eens komen zien hoe het hier in België was. Na drie weken stond hij hier al.' (lacht)
'De job viel tegen en ook België wrong. Ik had heimwee naar de Australische mentaliteit en ook Jason merkte op dat ik anders was. Ik zat barstensvol stress, moest de banden met mijn familie en vrienden opnieuw aanhalen, … dat was wennen. Ik was echt nog niet klaar voor de ernst van België. Ik beet even op mijn tanden en verdiende snel geld in een callcenter, zodat we opnieuw konden vertrekken.’
Vijf stielen, zes gelukken
'We begonnen opnieuw met een working holiday visa, deze keer in Nieuw-Zeeland. Al snel kwamen reiskriebels opsteken en trokken we richting Zuidoost Azië, de trip die elke 22-jarige wil maken, én nog eens supergoedkoop. Na zes maanden stonden we in Auckland, en zochten we werk.
Terwijl Jason opnieuw het deur-aan-deurverkopen inrolde – 'Dat kon hij goed want Ieren praten de hele dag door' – viel Ines van de ene job in de andere. Een administratieve functie werd iets in de lokale fitness, en vervolgens dan toch de mediajob waar ze uiteindelijk voor gestudeerd had. 'Ik mocht aan de slag bij Three News, tot mijn grote vreugde bij de sectie entertainment. Na een half jaar barstten daar door een buitenechtelijke affaire echter toestanden uit waardoor het hele team op straat stond.'
Een mislukt avontuur bij een nieuw online entertainmentskanaal later bleek werken voor een Amerikaanse website de gezochte droomjob. 'Ik mocht films bespreken, muziek, televisie, … en zelfs Quentin Tarantino interviewen; het hoogtepunt van mijn professionele leven! Maar ook daar liep het niet zoals voorzien. De eigenaar verkocht dat concept en na een half jaar zat ik opnieuw zonder werk.'
Wat volgt is vaudeville. Twee sollicitaties worden tegen elkaar uitgespeeld, de slechtste wordt helaas uitverkoren. 'Het leek een buitenkans maar het werd een ramp. Dag in dag uit moest ik eindredactie doen op artikels over financiën en vastgoed en dat onder intense druk en in een slechte werksfeer.’ Drie keer dreigde ze met ontslag, loonsverhogingen en extra voordelen overtuigden telkens even, maar niets veranderde: ‘Uiteindelijk ben ik op een dag 'iets uit mijn auto gaan halen', en nooit meer teruggekeerd. Nooit meer gehoord van hen.' (lacht)
'Met hangende pootjes ben ik teruggekeerd naar het andere bedrijf waar ik had gesolliciteerd. Ze mailden me dat ze een funnel builder zochten. Ik had géén idee wat dat was, maar: alles zou beter zijn dan die vorige job. De eerste dag vroegen ze me snel even een landing page met click funnels te bouwen. Euh. Met twee Google tabbladen open, 'wat is landing page' en 'wat is click funnel', ben ik aan de slag gegaan. (lacht) Tegen het einde van de dag hadden ze wat gevraagd was; het bleek geen rocket science.'
Zo gaat dat in Nieuw-Zeeland, waar “chillen” een tweede natuur is. Ines lacht. 'Het is dubbel, die mentaliteit. 'De eerste twee jaar was die relaxe houding van 'als het vandaag niet lukt, is morgen ook goed' een verademing tegenover de hectiek van België. Al is het leven er superduur, zelfs daar gaat men relax mee om. Als je eens je huur niet kon betalen; volgende week was ook ok. Maar gaandeweg begin je toch weer als Europeaan te denken: (klapt in handen) 'komaan mannen, het mag vooruit gaan'. Dat begon bij mij uiteindelijk toch moeilijk te zitten. Als ik met Kerst terugkwam en ik merkte hoe snel de rij in de supermarkt vooruit kan gaan, bijvoorbeeld.'
Tweede Belgische intermezzo
Na anderhalf jaar kwamen visumproblemen roet in het eten gooien, en besliste het koppel terug te keren naar België. ‘Uiteindelijk waren we toch aan het praten over een kind, en onze ouders zouden het ons nooit vergeven als we dat zo ver van hen zouden opvoeden. We kregen de kans om ons eigen digital marketingbedrijfje uit de grond te stampen. Daardoor hoefden we geen werk in België te zoeken, we bleven werken voor Nieuw-Zeeland.'
'Toch was België weer aanpassen. Als je vijf jaar weg bent geweest, vergeet je dat je ouders en zus eigenlijk ook aandacht nodig hebben. Toen we terug waren, hebben we nog twee weken bij mijn ouders gewoond. Dàt was wel iets na jaren onafhankelijkheid. Ik had niet meer thuis geleefd sinds ik achttien was!'
Al snel vonden we een stek rond Brussel, bouwden we ons bedrijfje zo uit dat we nog altijd regelmatig kunnen reizen en kregen we ons kind. Toch mis ik Auckland vaak. Mijn beste vriendin Brooke woont er nog, we videochatten dagelijks. Dan zie ik achter haar de omgeving die me zo vertrouwd is. Als ik werkte zag ik bomen voor me, vanuit mijn appartement: de zee. En ik mis hoe ze praten! Jason en ik maken nog elke dag grappen tegen elkaar in dat accent.'
Grappig genoeg hunker ik ook weer naar die Nieuw-Zeelandse gemoedelijkheid. Zelfs al gaat alles hier veel sneller, nu merk ik ook hoe weinig geduld men hier heeft. Alsof onze dichtbevolktheid zich weerspiegelt in ons gedrag. Ik vreet mezelf op als de UberEats niet binnen het half uur onderweg is. In Nieuw-Zeeland was het de gewoonste zaak van de wereld dat die twee uur op zich liet wachten. En ik heb het gevoel dat dat met de hele Covidcrisis nog erger is geworden. Duwen in de rij: waarom?! Waar ga je heen op een dinsdag om elf uur 's middags dat je mij uit de weg moet duwen? Dat zou je nooit zien in Nieuw-Zeeland.'
In Auckland rijd je tien kilometer en je bent de stad uit op een plek waar je kunt hiken, zwemmen, of wat dan ook, zonder dat je anderen ziet. Een cabin huren in de bossen kost bijna geen geld. Het voelt alsof je je in Nieuw-Zeeland veel gemakkelijker kunt isoleren en nadenken over waar je staat in het leven. In België is er veel meer druk, zie je jezelf altijd in context van de rest: al mijn vrienden hebben een huis gekocht, ik kan niet achterblijven; dat soort dingen. Je identiteit hangt hier ook heel hard vast aan je werk. In Nieuw-Zeeland maakt dat niet uit; je bent wie je bent, in je vrije tijd.'
Hoe ze naar het Coronabeleid van haar geadopteerde thuisland kijkt is ook meteen duidelijk: 'Jacinta Ardern, de eerste minister, is mijn heldin. Zij heeft de pandemie veel beter aangepakt, maar dat was natuurlijk ook niet zo moeilijk. Nieuw-Zeeland is een eiland, enfin twee, dus je kunt gemakkelijk de grenzen sluiten en de luchthavens in de gaten houden. Ik denk dat ze in totaal zes of acht doden hebben gehad, allemaal in rusthuizen. Maar ook daar hebben ze twee lockdowns gehad, wat me toch wat verbaasde. 32 besmettingen volstond blijkbaar voor strenge maatregelen. Brooke vroeg me toen hoeveel gevallen wij hadden. Ik denk niet dat ik het heb durven zeggen. Wij zaten aan achtduizend dóden op dat moment.'
De wereld in
De wereld blijft roepen. Luid, én duidelijk: deze keer wordt het Amerika. 'Daar zijn we ook getrouwd', glimlacht Ines. 'Elke berekening om onze families voor een huwelijksfeest naar Nieuw-Zeeland te halen, of onze Nieuw-Zeelandse vrienden naar Europa, tikte boven de tienduizend euro aan. Jason heeft als Ier honderd miljoen familieleden, waar ik moeder, vader en zus heb. We besloten dan maar om het budget dat we in gedachten hadden in te zetten voor een reis waarop we trouwden: Las Vegas, ingezegend door een echte Elvis en gevolgd door een huwelijksreis van LA naar Nevada, Utah, Arizona, Illinois, en zo via de zuidelijke straten tot in New York.'
‘We zijn er verliefd geworden op Santa Monica; dat zou het wel eens kunnen worden. De laatste maanden hebben we de verkiezingen dan ook met spanning gevolgd, want onze Amerikaanse vrienden raadden ons af te verhuizen als Trump werd herverkozen. Dan zouden zij immers naar Nieuw-Zeeland verhuizen, zo planden ze. (lacht) Dat was voor ons ook een optie, maar in alle eerlijkheid: ik denk niet dat het er nog van komt, want dat is echt wel héél ver met een kindje. Ik wil terug naar het buitenland. Daarom hebben we ons bedrijfje opgericht, net omdat we dit werk van overal kunnen doen, zodat we in staat zijn te reizen. We hebben zelfs al Zuid-Frankrijk overwogen, want ik wil geen parking zien als ik 's ochtends de gordijnen opentrek. Ik wil bergen, of zee.'