Droom op Lombok
Al sinds zijn studies droomde Stef ervan een bed & breakfast te openen. Zoals vele landgenoten keek hij samen met zijn vrouw Karin in eerste instantie naar Zuid-Frankrijk. Maar nadat hun oudste zoon in Jakarta ging werken als piloot, leerden ze Indonesië beter en beter kennen bij elk bezoek. De droom verplaatste zich ook richting oosten. Sinds dit jaar zijn Stef en Karin trotse eigenaars van een klein hotel op Lombok.
Ondernemen
“Het grootste voordeel is dat je hier met je budget om iets op te starten veel meer kan doen. Van grond aankopen tot personeelskosten, alles is een fractie van de Europese prijzen. Er zijn veel meer mogelijkheden, het toerisme is zich nog volop aan het ontwikkelen in de regio.
Na grondig onderzoek kozen we heel bewust voor Lombok als locatie. Bali is al te toeristisch, Flores of Sulawesi nog iets te onbekend bij het grote publiek. Lombok ligt er letterlijk en figuurlijk middenin, meer en meer toeristen beginnen het te ontdekken maar het is nog geen stormloop. Behalve dan het weekend dat we openden, toen de eerste officiële Moto GP van Lombok plaatsvond. Er zijn 50.000 bedden op het eiland en er kwamen 70.000 toeschouwers. We werkten 16 uur per dag, zeven op zeven, om alles op tijd klaar te krijgen. Nog geen 24 uur nadat we de boekingen openzetten, was ons hotel voor de eerste keer volgeboekt.”
Als buitenlander kan je in Indonesië geen grond op persoonlijke titel kopen en wordt er vaak met een schimmige constructie van tussenpersonen gewerkt. “Dat wilden we absoluut vermijden. Gelukkig is het gemakkelijk om een onderneming te starten en de grond via het bedrijf aan te kopen. De wetgeving versoepelt ook meer en meer, dankzij de huidige president Joko Widodo die heel liberaal denkt op economisch vlak.”
Voor veel buitenlanders in Indonesië is de verblijfsvergunning een grote en dure kopzorg. “Als zaakvoerder kan je echter relatief eenvoudig je verblijfsvergunning krijgen. Het heeft wel één groot nadeel: we mogen een bedrijf leiden, maar geen activiteiten uitoefenen. Enkel opleiding geven aan het personeel en instructies geven. Zo kan Karin bijvoorbeeld nooit helpen achter de bar als het druk is. Stef werkt in de bouwsector en mag op een werf geen plank aanraken.”
Personeel
“We hebben heel veel tijd en moeite gestoken in het vinden van een goed draaiend team. Hoewel we een aardig mondje Indonesisch spreken, hanteren we bewust Engels als werktaal met het personeel, zodat ze genoeg oefenen om met gasten te kunnen communiceren. Het is een vorm van opleiding, want bij alles wat we doen, houden we in het achterhoofd dat we iets willen opbouwen dat de gemeenschap en het land beter maakt. Voor ons personeel is dat door opleiding te geven en sociale zekerheid op te nemen in het loonpakket. We hebben ook betaald om een openbare weg te laten aanleggen en een uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk in het dorp, uiteraard in ons eigen voordeel maar ook in dat van de gemeenschap.
Wij willen gelukkige werknemers die blijven en dat krijg je door een goede werksfeer, opleiding en een correct loon. In die zin zijn we een speciaal soort werkgever, er is meer werkzekerheid bij ons, waardoor ons personeel ook veel langer blijft.”
Corruptie
Wat met corruptie, iets waarvoor Indonesië nogal bekend staat bij buitenanders? "Corruptie is een groot woord dat in het westen slechts één betekenis heeft, maar in Indonesië is het in het leven doorvlochten en heeft het veel betekenissen en schakeringen. Het zit in zoveel lagen, maar in het westen kijken we er anders naar dan Indonesiërs. Natuurlijk, onze bouw en vergunningen waar veel sneller gevlot als we ergens een dikke enveloppe zouden zijn gaan afgeven. Maar vanaf het begin hebben we beslist daar niet in mee te gaan.” Sinds kort bestaat er een anticorruptieministerie. “Ze doen goed werk, maar het is een titanenwerk. We merken wel verandering sinds we hier voor de eerste keer kwamen, 12 jaar geleden. De top wordt aangepakt en schandalen komen in het lang en het breed in de media.”
Toekomst
“Het wordt gemakkelijker om naar Lombok te reizen en de overheid doet er alles aan om toerisme gemakkelijker en aantrekkelijker te maken, onder andere door het toeristenvisum toegankelijker te maken. Er komen meer vluchten van internationale luchtvaartmaatschappijen. En uiteraard hopen we dat de coronaperiode snel uit het geheugen verdwijnt en mensen weer verre reizen gaan maken.”
Hun oudste zoon werkt intussen al lang niet meer in Jakarta, maar heeft als uitvalsbasis Qatar. “Onze jongste zoon is echter wel in de buurt. Hij verhuisde als jonge twintiger met ons mee en ging op Bali wonen. Hij woont er nog steeds, intussen met zijn Indonesische vrouw en hun kind. Dat is een verschil met veel andere landverhuizers: onze kinderen en ons kleinkind zijn relatief dichtbij. We hebben misschien wel alles verkocht en achtergelaten in België, maar kunnen wel genieten van tijd met onze familie.”