“Diplomaten zijn onze ogen en oren.”
Vlaanderen heeft geen afgesloten tuin. En als kleine speler op het wereldtoneel heeft het per definitie een groot buitenland. “Vlaanderen zal internationaal zijn of het is Vlaanderen niet”, aldus Julie Bynens, secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken. Voor zijn welvaart en welzijn moet Vlaanderen verder kijken dan zijn coniferen tuinrand. “Spreken over de uitdagingen van Vlaanderen, is ook spreken over het internationale luik. En hetzelfde geldt voor de opportuniteiten. De kansen en de risico’s zijn twee kanten van eenzelfde medaille.”
Julie Bynens is de topvrouw van het nieuwe gefuseerde departement. Het ondersteunt de Vlaamse regering in haar werking en de Vlaamse overheid in haar beleidsvorming. Het coördineert ook het Vlaams buitenlands beleid. “De fusie was een uitdaging, maar ook het ideale moment om na te denken over hoe we de organisatie willen vormgeven, zowel naar kernopdrachten toe, de focus en de inzet van onze mensen, als qua organisatiecultuur. Onze experten hebben veel sleutels in handen en de cohesie met de buitenlandposten is een primair aandachtspunt. Geen buitenlands beleid zonder onze actoren op diverse locaties.” Tot voor kort was ze zelf één van hen.
Mist u het werk als diplomaat in het veld soms niet?
Diplomatie blijft mijn eerste professionele liefde. Ik heb dat heel erg graag gedaan. Misschien volgt er later in mijn loopbaan wel opnieuw een buitenlandse post. Vandaag kan ik op een andere manier wegen op dossiers. Terwijl je in het buitenland de ogen en oren bent in een lokale cultuur en politiek, ben ik dat nu veel meer in eigen land. Vandaag ga ik binnen de Vlaamse overheid de dialoog aan en zoek er naar geïntegreerde visies, met dezelfde diplomatieke competenties: luisteren, elementen samenbrengen, opportuniteiten zien.
Hoe belangrijk is de internationale dimensie voor Vlaanderen?
Die kunnen we niet voldoende benadrukken. Vlaanderen zal internationaal zijn of het is Vlaanderen niet. Dat is zowel de kernboodschap van het departement als onze bestaansreden. Dat is een boodschap die we ook in eigen land blijven brengen. Als Vlaanderen zijn welzijn en welvaart wil behouden en versterken, dan moet het internationaal actief zijn. Er zijn vandaag geen uitdagingen zonder internationaal luik, Europees of wereldwijd. Vlaanderen is gelukkig ook wel gegroeid in zijn internationaal bewustzijn. Dat leeft niet enkel bij alle economische sectoren, maar ook bij de diverse overheidsdepartementen.
Waar liggen de grootste kansen en valkuilen?
Voor mij zijn dat twee kanten van eenzelfde medaille. Vlaanderen is voor zijn welvaart en toekomstig welzijn afhankelijk van zijn internationale relatie. Er liggen enorme opportuniteiten voor onze sectoren op vlak van innovatie, hernieuwbare energie, circulaire economie en initiatieven rond gezondheid om er maar enkele te noemen. Vlaanderen heeft hoogtechnologische troeven die de Europese toekomst kunnen vormgeven. Tegelijkertijd maakt onze grote internationale afhankelijkheid ons kwetsbaar. Van zodra internationale ketens onder druk staan, voelen we dat. Daarom is het blijvend inzetten op een internationale stabiele rechtsorde en sterke partnerschappen van levensbelang.
Wat is hierbij de rol van de Vlaamse diplomatie?
Dat zijn onze ogen en oren in het buitenland. Onze diplomaten weten wat Vlaanderen te bieden en nodig heeft en hoe dit kan gekoppeld worden aan de wensen en de opportuniteiten van de landen waarin ze aanwezig zijn. Daartoe zetten zij op het terrein in op coalities die ons versterken. Dat vereist een helder beeld van Vlaanderen in het buitenland. Diplomaten kunnen onze uitstraling nog verder versterken. Niet zelden worden onze kwaliteiten eerder in het buitenland opgemerkt dan in Vlaanderen zelf. Hoewel we trots kunnen zijn op wat Vlaanderen te bieden heeft, zien we dat niet altijd voldoende zelf.
Waar ligt de toekomst van de Vlaamse diplomatie?
Ik zie groeikansen, zowel qua versterking als qua uitbreiding van ons diplomatiek netwerk. Met onze Vlaamse belangen als uitgangspunt. Denk aan de nauwe samenwerking met de buurlanden, maar ook bijvoorbeeld aan de recent geopende post in de Noordse landen, waarmee we veel beleidsuitdagingen gemeen hebben. We kijken naar die regio’s en partnerlanden die essentieel zijn voor Vlaanderen, binnen en buiten Europa. De Vlaamse diplomatie groeit geleidelijk aan sinds begin jaren ’90. Om die groei te ondersteunen werd de voorbije jaren hard ingezet op een diplomatieke loopbaan. We hebben naast de vertegenwoordigers ook adjuncten in het veld gezet. Zij genoten een stevige opleiding en zullen Vlaanderen met veel kennis van zaken vertegenwoordigen.
Schuurt de rol van Vlaanderen met de federale diplomatie?
De rol van Vlaanderen binnen de Belgische diplomatie is de logische verderzetting van onze staatsstructuur, die democratisch groeide. Achter die structuur schuilt een ietwat complex, maar doordacht systeem. De belangen zijn ook niet tegenstrijdig. Waar de waarde ligt voor Vlaanderen, ligt ze ook voor België. Zowel de Vlaamse als de federale diplomatie wordt uitgedaagd door niet-statelijke actoren. Ieder zoekt zijn plekje. We gaan er alleen maar komen met respect voor elkaars eigenheid en bevoegdheden, met samenwerking en dialoog. Zo moet er ook op post naar het geheel gekeken worden. Wat goed is voor Vlaanderen is dat ook voor België. Als economische motor is de welvaart die Vlaanderen creëert van belang voor het geheel, en dus ook de noden en uitdagingen die daarmee samenhangen. Denk aan duurzame economische ontwikkelingen en sociale evoluties.
Is Vlaanderen klaar voor extra bevoegdheden die zouden overgeheveld worden?
Zeer zeker. Dat hebben we het in het verleden ook al bewezen. Het enige pleidooi dat ik wil houden, is dat bij zo’n overdracht expliciet aandacht gaat naar de internationale component van die bevoegdheden. Het principe ‘in foro interno, in foro externo’ is duidelijk, met name dat een bevoegdheid voor het binnenland ook geldt voor het internationale beleid. Daarvoor zijn mensen en middelen nodig. Dan moet men bij de overdracht van een bepaalde bevoegdheid, ook internationale capaciteit mee overdragen. Zodat de verantwoordelijkheid en de expertise om internationale hefbomen in te zetten ook door het bevoegde beleidsniveau actief kan worden ingezet.
Wat kan VIW als organisatie doen om het Vlaams buitenlands beleid bekender te maken?
We hebben deels dezelfde doelgroep en dezelfde missie, namelijk Vlaanderen en het Vlaams buitenlands beleid meer bekendheid geven bij een ruim publiek. Als overheid hebben wij er trouwens alle belang bij om de relatie met de Vlamingen in het buitenland niet uit het oog te verliezen. Met ieder onze media geven we een groeiend inzicht in de diverse Vlaamse initiatieven met een mondiaal karakter. Vanuit dat oogpunt geloof ik ook sterk in de uitwisseling van ideeën en informatie met ons diplomatiek netwerk. Gezamenlijk kunnen we Vlaanderen nadrukkelijker op de wereldkaart zetten. De wereldwijd wonende Vlamingen zijn hiervoor de perfecte multiplicators.
Kan tenslotte ook inhoudelijk de impact vergroot worden?
De Vlaamse diaspora is een bevoorrechte doelgroep voor onze diplomaten. Hun langdurige aanwezigheid en uitgebreid netwerk zijn handvaten. Ze vormen een bron van informatie en inspiratie voor een internationale mindset en een complexloos wereldburgerschap. Ieder met hun eigen connecties zijn het ambassadeurs voor Vlaanderen en voor wat onze regio te bieden heeft. Die interactie is heel erg waardevol en daar moeten we blijvend op inzetten. Het kneden van de buitenlandse publieke opinie vraagt om diverse instrumenten, ook niet-statelijke. De sleutel ligt bij gezamenlijke initiatieven en fora voor ontmoetingen. En dat vanuit meerdere perspectieven: zowel sociaal, economisch, academisch als toeristisch.
Meer info: fdfa.be