Belgische identiteit in de achterzak
Tim is 36 jaar en verhuisde op zijn derde naar de Verenigde Staten. Hoewel zijn Nederlands goed is, spreken we hem in het Engels, want dat is de taal waarin hij denkt. “Mijn Nederlands leerde ik aan de eettafel en van Jommeke.”
Identiteit
“Omdat ik jong was bij de verhuis heb ik een andere ervaring gehad dan mijn oudere zussen. Zij waren al naar een Vlaamse school geweest, ondergedompeld in het Nederlands toen ik pas leerde spreken. Dat zorgde soms voor een grappige mix van talen, waarbij ik Nederlandse woorden in Engelse zinnen toevoegde. Mijn kleuterjuf begreep in het begin maar de helft van wat ik vertelde.
Ik voel me meer Amerikaan dan Belg, maar via mijn ouders heb ik wel een sterke band met mijn Belgische wortels. Ik ben zeker deels Belg, maar wie me niet kent gelooft meteen dat ik honderd procent Amerikaan ben. Het is iets moois om in je achterzak te hebben, als deel van je identiteit. Ik deel met trots die kleine verschillen, gewoonten, andere manier van kijken naar de wereld met mijn vrienden en Amerikaanse vriendin.”
Het zorgt ook voor warme herinneringen aan zijn kindertijd. “Ja, we hielden een Thanksgiving dinner, maar op z’n Belgisch. Kalkoen met zelfgemaakte kroketten in plaats van puree. Zo brachten we een beetje België in huis, in ons dagelijkse Amerikaanse leven.”
Belgische zomers
Opgroeien als een buitenlander heeft een grote impact op je persoonlijkheidsontwikkeling. Hoe je op dingen reageert, de wereld bekijkt, jezelf inschat en zelfvertrouwen kweekt; dat verloopt anders bij kinderen als Tim. “Er zijn veel buitenlandse kinderen in Washington DC, maar zelfs daar was ik anders. Niemand kende België, het was niet zo indrukwekkend als een groot land zoals Brazilië. Ik probeerde altijd om erbij te horen, zo weinig mogelijk op te vallen en verborg mijn Belgische kantjes. Het was bijna een soort schaamte om anders te zijn.”
Elk jaar logeerden Tim en zijn zussen een maand bij hun grootouders in België. “Ik kwam steevast terug met iets dat ik er had ontdekt, dat mijn neefjes cool vonden en me lieten zien. Mijn vrienden hadden echter nog nooit van Samson gehoord en vonden het raar dat ik schoenen met een hond op droeg. Het was telkens een soort terugval, waardoor ik me afvroeg waarom ik anders was.” Op zijn zestiende veranderde dat, want toen kwam hij na de zomer terug met verhalen over hoeveel verschillende bieren hij had mogen proeven. Zijn nonkels dompelden hem onder in de Belgische bierwereld, gaven hem boeken en vertelden waarom ze Amerikaanse brouwsels inferieur vonden.
Land van bier
De passie bleef, want nu werkt Tim intussen al jaren in de bierwereld. “Daar vertel ik vol trots dat ik Belg ben, het is wellicht ook de reden dat ik uiteindelijk in deze industrie ben beland. Ik studeerde economie en zwaaide af in 2008, midden in de economische crisis. Werk vinden in mijn expertiseveld was een grote uitdaging, dus ik startte in een restaurant; maar wel eentje dat zich op bieren focuste. Dat is waar ik echt de kneepjes van het vak leerde. We hadden maar liefst 30 bieren van over de hele wereld op tap”
Vanuit die eerste job groeit hij door naar een andere onderneming, waar hij nog steeds werkt: Port City Brewing Company in Alexandria, Virginia. Hij beheert er het bezoekerscentrum, organiseert samenwerkingen samen met de wijk waarin de brouwerij zich bevindt en ontfermt zich over de export.
"De export staat momenteel nog op een laag pitje. We hebben al inkopers in Frankrijk, Zweden en Groot Brittannië, maar hopen op termijn verder te kunnen groeien. Voor de covidpandemie was dit luik iets extra in de brouwerij en niet echt waar we op focusten. Toen de bar moest sluiten, veranderde ons zakelijk model om te kunnen overleven en richtten we ons nog meer op lokale supermarkten. Maar het is een pak moeilijker als klein merk, klanten gaan eerder nieuwe bieren proeven op café dan een nieuw merk in de supermarkt uit te proberen.”
Hij merkt ook veranderend gedrag bij de bezoekers. “De aantallen zijn terug zoals voor de pandemie, maar de klanten zijn nu gewoon om buiten te zitten doordat alle horecazaken plots een terras hadden bijgebouwd. In de zomer kan het te warm zijn, maar doorheen het jaar zitten veel meer mensen buiten; er is vanuit het niets een terrasjescultuur ontstaan.”
Belgische stijl
Er is een groot verschil tussen de traditionele, Belgische stijl van brouwen en hoe nieuwere bierlanden zoals de Verenigde Staten experimenteren. “België levert consistente kwaliteit, maar hier is een soort beerrevival aan de gang, een spannend nieuw tijdperk waarin alles lijkt te kunnen. In de Verenigde Staten zijn we niet gebonden aan tradities en geschiedenis, omdat die hele geschiedenis en tradities werden weggevaagd tijdens de drooglegging na de Eerste Wereldoorlog.”
De echt vernieuwende stijlen ontstonden in Oregon en California, waar de hop welig tiert. Brouwerijen begonnen veel meer hop toe te voegen aan hun brouwproces en brachten de IPA terug, maar op een grotere, haast brutale manier. Het was de start van een nieuw tijdperk in kleinschalig en ambachtelijk brouwen, ofwel craft brewing. “We zien het ook hier in Virginia. Toen wij openden in 2011, waren er 43 andere brouwerijen in de staat. Dat zijn er intussen al meer dan 250 geworden.”
In de brouwerij wordt vooral Amerikaanse, Duitse en Engelse stijl gebrouwen, hoewel hun populairste bier een Belgisch witbier is. “We zijn wel traditioneler dan de meeste Amerikaanse brouwerijen; als we een Duitse pils willen maken, behandelen we het water met calcium zodat het meer in de buurt komt van Duits water en importeren we Duitse hop en malt.”
Ook recente wetswijzigingen zorgen voor een biervriendelijker klimaat. “Toen we startten, mochten we geen glazen bier serveren in de brouwerij. We mochten blikjes verkopen en mensen laten proeven, maar geen vol glas bier, omdat we geen eten op de kaart hadden. We waren geen echt restaurant maar ook geen winkel, dus de wetgever wist niet zo goed hoe ons te reguleren.” Het toont aan hoe jong de industrie is, en verklaart de competitiedrang tussen de vele microbrouwerijen die als paddenstoelen uit de grond schieten.
Tim’s koelkast
“Ook in mijn persoonlijke biervoorkeuren merk je dat ik Belg ben. Ik ben van mening dat er een plaats en tijd is voor elk bier, bijvoorbeeld een Hoegaarden na een fietstocht op een warme dag.
Ik hou wel van IPA’s, maar drink toch het liefst Belgisch donker bier en tripels. In mijn koelkast vind je vooral de zware en donkere bieren, zoals Rochefort 10 en Gulden Draak.
De typisch Belgische geuzes zijn dan wel populair in de Verenigde Staten, voor mij zijn ze iets te scherp, ik ben nooit echt liefhebber geweest van de zure bieren. Geef mij maar een oudbruin.”
Dankbaar
“Naarmate de jaren vorderen, wordt België een steeds groter deel van mij. Het is een belangrijk deel van mijn identiteit en door mijn job heb ik bijna elke dag de kans om trots te vertellen waar ik vandaan kom.
Ik ben trouwens nog steeds enkel Belg, want ik heb nooit de Amerikaanse nationaliteit aangenomen. Eerst omdat België geen dubbele nationaliteit toestond, later voelde ik me niet echt gepusht om het te doen. Misschien is het luiheid; ik moet slechts om de tien jaar mijn green card vernieuwen en dan is er een korte periode bedenkperiode waarin ik het overweeg en dan toch niet doe. Mijn geluk is dat de Verenigde Staten en België goede banden onderhouden, en het voor mij relatief simpel is mijn verblijfsvergunning te verlengen. Zolang ik werk heb en me als een goede burger gedraag, wordt die moeiteloos en snel vernieuwd. Ik besef wel dat niet iedereen zoveel geluk heeft als ik.
Mijn paspoort onderscheidt me van andere Amerikanen. Nu vind ik het leuk om anders te zijn, het tegenovergestelde van wat ik als tiener wenste. Ik hou ervan uniek te zijn en een tweede taal te kennen. Als ik met mijn zussen op stap ben, voelt het alsof we onze eigen geheime taal hebben.
Ik wil alle ouders in het buitenland op het hart drukken om thuis Nederlands te spreken en niet op te geven, ook als de kinderen weerstand bieden. Ik ben zo blij dat mijn ouders zijn blijven doorzetten. Zelfs toen we in het Engels antwoordden, bleven ze Nederlands met ons praten. Daar ben ik hen nog elke dag dankbaar voor.”