Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Ervaringsgroep achterblijvers

4 september: Ervaringsgroep - wat met achterblijvers?

Wij zijn weg

Steeds meer Vlamingen emigreren, om verschillende redenen en op verschillende leeftijden naar alle uithoeken van de wereld: verliefden die hun hart verloren in een ander land, expatgezinnen die werkgerelateerde opportuniteiten zien, gepensioneerden die aangetrokken worden door een beter klimaat, … Dat een internationale verhuizing psychologische uitdagingen met zich meebrengt voor wie zich in een nieuwe omgeving met een nieuwe cultuur vestigt, is bekend.

Deel uitmaken van een nieuwe cultuur vergt een enorme psychologische aanpassing. Dat patroon van aanpassing verloopt volgens wetenschappelijke literatuur volgens een vaste curve. De eerste maanden zijn de zogenaamde wittebroodsweken die zorgen voor een fijn gevoel wanneer mensen genieten van het ontmoeten van andere mensen, het leren van een nieuwe taal, het experimenteren met een andere eetcultuur, ... In deze fase hebben mensen vaak een uitgesproken positieve impressie van de gastcultuur.

Na ongeveer zes maanden volgt de eerste cultuurschok. In deze fase realiseren mensen zich bijvoorbeeld dat hun taalvaardigheid tekortschiet om zich echt vlot te kunnen uitdrukken. De mensen die in het begin contact met hen hadden omdat ze exotische buitenlanders waren, tonen geleidelijk aan minder interesse en tegelijkertijd is er vaak nog te weinig kennis en vaardigheid om volwaardig te kunnen participeren in de cultuur van het gastland.

Mensen beginnen kleine dingen van thuis te missen, zoals hun favoriete maaltijd maar ook vrienden en familie. In deze fase hebben emigranten vaak last van heimwee en kunnen ze angstig, hulpeloos of geïrriteerd reageren. Voor sommigen is dit zo’n negatieve ervaring dat ze besluiten om terug te keren. Wie blijft, komt na ongeveer 18 maanden in de zogenaamde aanpassingsfase, die enkele jaren in beslag kan nemen. In deze fase gaan mensen meer betekenisvolle, diepere vriendschapsbanden aan in hun nieuwe land en maken ze deel uit van de nieuwe cultuur.

Of mensen hier echt in kunnen slagen, hangt niet alleen af van hun persoonlijke psychologische draagkracht en veerkracht, maar evenzeer van het gastland zelf. Zo blijkt dat deel uitmaken van een eerder homogene cultuur, zoals bijvoorbeeld Japan, moeilijker is omdat je eerder geïdentificeerd wordt als de vreemde eend in de bijt, hoe je ook je best doet om te integreren. Ook blijkt dat hoe meer de taal en de cultuur in het nieuwe land verschillen van je moedertaal en je oorspronkelijke cultuur, hoe moeilijker de aanpassing is, vooral omwille van een tekort aan taalvaardigheid. Tenslotte is het ook van belang dat jouw persoonlijkheid past bij de cultuur van het gastland. Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat vooral extraverte mensen de stap naar een nieuwe cultuur durven zetten, maar dat extravert zijn op zich niet noodzakelijk betekent dat je goed gedijt in de nieuwe cultuur.

En wij dan?

Er gaat veel aandacht naar welke factoren bepalen of het migratieverhaal al dan niet een succes wordt voor zij die vertrekken. Maar ook voor de (klein)kinderen van gepensioneerden die hun geluk elders gaan zoeken, verandert er heel wat. Of voor de ouders van jonge expatgezinnen en verliefden die naar een andere uithoek van de wereld verhuizen. Ook voor hen begint een nieuwe fase en een grote aanpassing. Soms hebben zij het gevoel met lege handen achter te blijven en voelen ze zich onbegrepen of niet gehoord door hun naasten.

 

Het delen van die ervaring met anderen in een gelijkaardige situatie, kan enorm helpen. Op maandagavond 4 september start een ervaringsgroep voor ouders of kinderen van mensen die naar het buitenland emigreerden. Aanmelden kan via www.vividus.be (klik verder naar groepssessies).

 

Auteur:
Kathy Van Crombruggen, erkend klinisch psycholoog